• pak·ket·be·zor·ger
enkelvoud meervoud
naamwoord pakketbezorger pakketbezorgers
verkleinwoord - -

de pakketbezorgerm

  1. (beroep) iemand die pakketten bezorgt
    • Op een drukke dag leveren pakketbezorgers wel 150 tot 200 pakketten in krap 8,5 uur. Pauzes schieten er door de drukte geregeld bij in. En voor pakketjes die niet bezorgd worden krijgen de bezorgers niet betaald. [1]