Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pail·let
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord paillet pailletten
verkleinwoord pailletje pailletjes

Zelfstandig naamwoord

de pailletv

  1. (kleding) plaatje glinsterend materiaal dat men op kleding naait als versiering
    • In het noorden bijvoorbeeld, waar de Amsterdamse Martin Heuckeroth, broer van Gordon, de titel ‘stylist van het noorden’ heeft geclaimd, want “why not?”. Maar ook in het Oosten, waar de vijftienjarige Bengaalse Dipa Bhatnagar overuren draait om glitters, pailletjes en steentjes op huispakken te naaien. [3] 
    • “Het wordt tijd,” zei de vriendin, stroopte de onesie van haar lijf en verdween in de slaapkamer – die ze ‘kleedkamer’ noemt, als ze denkt dat ik niet oplet – om een stemmig jurkje met glitters en pailletten uit te zoeken. [4] 
    • Veel zwart en goud, veel blingbling en een fijne hoodie van zilveren pailletten zien we op de foto’s van Steven Meisel, met in de hoofdrol supermodel Gigi Hadid. [5] 
  2. soort rode wijn
Synoniemen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen