Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • paai·ge·bied
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord paaigebied paaigebieden
verkleinwoord paaigebiedje paaigebiedjes

Zelfstandig naamwoord

het paaigebiedo

  1. (biologie) plaats waar vissen komen om hun eieren af te zetten
    • Deze vissen zijn op weg naar hun paaigebied. 

Gangbaarheid