• o·ver·ta
  • Afgeleid van het Noorse werkwoord ta met het voorvoegsel over-.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overta
overtar
overtok
overtatt
Klasse 6 sterk

overta

  1. overgankelijk overnemen
    «Opposisjonen har overtatt makten i Kirgisistan.»
    De oppositie heeft de macht overgenomen in Kirgizië.


  • o·ver·ta
  • Afgeleid van het Nynorske werkwoord ta met het voorvoegsel over-
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overta
overtek
overtok
overteke
overtatt
Klasse 6 sterk

overta

  1. overgankelijk overnemen