overscheppen
- Geluid: overscheppen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈovərˌsxɛpə(n) / (4 lettergrepen)
- over·schep·pen
overscheppen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overscheppen |
schepte over |
overgeschept |
zwak -t | volledig |
- met een schop iets van de ene naar de andere plaats brengen
- ▸ 'Mary Anning is een arbeidster. Ze heeft de krokodil op mijn land gevonden; de Church Cliffs maken immers deel uit van mijn land. Dacht u dat deze lui...'Hij knikte naar de mannen die modder aan het overscheppen waren. 'Dacht u dat die de zaken die ze op dit land vinden bezitten, eenvoudigweg omdat ze het opgraven? Natuurlijk niet. Het is van mij. Bovendien is Mary Anning een vrouw. Ze is een overschietende rib. Ik moet haar vertegenwoordigen, zoals ik dat voor veel inwoners van Lyme doe die zichzelf niet kunnen vertegenwoordigen.'[2]
- ▸ Een van hen: „De wagen die met een oorverdovend lawaai modder opzuigt, kiepert vervolgens de inhoud in een open container. Daarna gaat een kraan dat waterige zand weer overscheppen in een andere vrachtwagen.”[3]
- Het woord 'overscheppen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tracy Chevalier“Opmerkelijke Schepsels” (2009), Orlando, ISBN 978949208651-8
- ↑ Weblink bron “'Privéverbouwinkje' legt halve straat plat” (2 april 2010,), Het Parool