overkant
- over·kant
- samenstelling van over en kant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overkant | overkanten |
verkleinwoord | overkantje | overkantjes |
de overkant m
- de andere zijde van een weg of water
- Die lui van de overkant zijn niet te vertrouwen.
- ▸ ‘Ik ga wel eerst,’ zei Claude rustig terwijl hij stapje voor stapje in het door eerdere hikers gemaakte voetspoor naar de overkant liep.[1]
- Het woord overkant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overkant" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be