overhoord
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overhoord (hulp, bestand)
- IPA: / ˌovərˈhort / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌovərˈho̝rt/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌovərˈhort/
Woordafbreking
- over·hoord
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van overhoren: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van: | overhoren… |
verbogen vorm: | overhoorde |
overhoord
- voltooid deelwoord van overhoren