• o·ver·ho·det
  • Afkomstig van het Duitse bijwoord überhaupt
  • Afleiding von hode met het voorvoegsel over- en met het achtervoegsel -t

overhodet

  1. helemaal
    «Han er vår største dikter overhodet
    Hij is helemaal onze grootste dichter.
  • overhodet ikke
helemaal niet
niet absoluut