overgreb
- o·ver·greb
- Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord Übergriff
- Afleiding van het Deense zelfstandige naamwoord greb met het voorvoegsel over-
Naar frequentie | 10773 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | overgreb | overgrebet | overgreb | overgrebene |
genitief | overgrebs | overgrebets | overgrebs | overgrebenes |
overgreb, o
- seksuelt overgreb
overgreb, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van overgrep
- overgreb in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk