• over·ge·ble·ven
vervoeging van: overblijven…
verbogen vorm: overgeblevene

overgebleven

  1. voltooid deelwoord van overblijven
stellend
onverbogen overgebleven
verbogen

overgebleven

  1. iets of iemand die nog niet verdwenen of verslagen is
    • Het was niet goed, het was zenuwslopend, maar FC Twente is terug in de eredivisie. Omdat de enige overgebleven concurrent Sparta onderuit ging bij Jong PSV, was een punt tegen Jong AZ voldoende. De mooiste 0-0 van het seizoen voelde als de meest glorieuze zege. De ultieme bevrijding. [1] 
  2. van iets dat het nog niet is gebruikt
     Ik nam het overgebleven eten mee in een doggy-bag, stak de snelweg over en boekte een kamer in het gedateerde Best Western Motel.[2]
  1. Tubantia Leon ten Voorde 22-04-19 FC Twente heeft de titel binnen na remise
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers