ouderenuur
- Geluid: ouderenuur (hulp, bestand)
- ou·de·ren·uur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ouderenuur | ouderenuren |
verkleinwoord | ouderenuurtje | ouderenuurtjes |
het ouderenuur o
- een moment op de dag dat specifiek gericht is op mensen met een hoge leeftijd
- Het ouderenuurtje in de supermarkt zorgde ervoor dat het rustiger winkelen was voor de ouderen.