orthodont

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  orthodont    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• or·tho·dont

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van dont met het voorvoegsel ortho-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	orthodont	orthodonten
verkleinwoord	orthodontje	orthodontjes

Zelfstandig naamwoord

de orthodont m

1. orthodontist

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord orthodont staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.