origami
- ori·ga·mi
- Leenwoord uit het Japans, in de betekenis van ‘papiervouwkunst’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1964 [1]
- uit het Japans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | origami | |
verkleinwoord |
het origami o
- de uit Japan afkomstige kunst van het vouwen van papier
- In Japan is namelijk het geloof dat wanneer je duizend origami kraanvogels vouwt, de goden je wens inwilligen en je ziekte genezen. [3]
- Ik ben nog bezig met een kerststal van origami en ik moet Jozef nog vouwen.” [4]
- Op YouTube staan duizenden lessen in alles wat je kunt bedenken. Tekenen, dansen, goochelen, toepen, origami vouwen. Door de zoekvraag te beginnen met 'hoe' vind je de beste lessen op YouTube. Dus zoek niet op 'tekenles', maar op 'hoe teken ik een draak'. Je bent gegarandeerd uren zoet. [5]
- Het woord origami staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "origami" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "origami" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ origami op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia Graziella Gioia 06-08-15, Herdenking Hiroshima bezorgt Lisa (17) kippenvel
- ↑ Tubantia 12-12-15, Wierdense Erna knutselt in jaar tijd 100 kerstcreaties
- ↑ Tubantia 10-01-17 Zo maak je de regenachtige meivakantie leuk voor weinig geld
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be