ordevraag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- or·de·vraag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van orde zn en vraag zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ordevraag | ordevragen |
verkleinwoord | ordevraagje | ordevraagjes |
Zelfstandig naamwoord
- verzoek om inlichtingen over het beloop van een discussie of vergadering
- ▸ 'Ordevraag'bootste ze na terwijl ze over het zachte vale tapijt op de krakende houten planken liepen. 'Er is een ordevraag gesteld en die moet worden beantwoord,' bootste hij op zijn beurt na.[1]
Gangbaarheid
- Het woord ordevraag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535