het zand nat maken op opwaaien te voorkomen
  • op·waai·en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opwaaien
waaide op
woei op
opgewaaid
klasse 6

zwak -d
gemengd

volledig

opwaaien [2]

  1. door de wind in beweging brengen
    • De harde wind deed het zand opwaaien. 
  2. (figuurlijk) ophef maken
    • Het nieuwe rapport van de commissie deed veel stof opwaaien. 
  • veel stof doen opwaaien
veel indruk maken op mensen
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]