Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·vol·gers·lijst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opvolgerslijst opvolgerslijsten
verkleinwoord opvolgerslijstje opvolgerslijstjes

Zelfstandig naamwoord

de opvolgerslijstv / m

  1. (politiek) een lijst, naast de hoofdlijst, van personen die in het parlement gaan zetelen als iemand uit het gewest de post van minister of staatssecretaris gaat vervullen
    • In 2018 werd besloten om de opvolgerslijst in België af te schaffen.