optast
- op·tast
vervoeging van |
---|
optassen |
optast
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optassen
- ... dat jij optast.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optassen
- ... dat hij optast.
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als vorm van "optasten".
vervoeging van |
---|
optasten |
optast
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optasten
- ... dat jij optast.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optasten
- ... dat hij optast.
- Het oorspronkelijke werkwoord is "optassen"; "optasten" is een terugvorming. Doordat er geen verschil in vorm of betekenis is, valt uit de voorbeeldzinnen niet af te leiden welke van de twee de schrijver gebruikt.
- • Vervolgens treedt het technische probleem op dat het rivierslib zich optast voor de dam, verstopping teweegbrengt en de capaciteit van het stuwmeer vermindert; het geïrrigeerde land bij de stuwdam raakt verzilt doordat het water niet doorstroomt; zowel de water- als de energievoorziening valt meestal aan grote bedrijven toe die ervoor betalen kunnen, en komt maar een klein deel van een bevolking ten goede; en wanneer een afgedamde rivier door twee of drie landen loopt ontstaan er internationale conflicten. [1]
- Het woord optast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ NRC J.J. Peereboom 15 januari 1994 Bezwaren tegen stuw en dam