• op·stal
  • In de betekenis van ‘wat boven de grond gebouwd is’ voor het eerst aangetroffen in 1652 [1]
  • samenstelling van  op  en  stal  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord opstal opstallen
verkleinwoord opstalletje opstalletjes

de opstalm

  1. een constructie of bouwwerk dat op een perceel geplaatst is.
    • Het huis, tuinhuisje en de schutting behoren alle tot de opstal. 
93 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[3]