opspekken
- op·spek·ken
- samenstelling van op bw en spekken ww
opspekken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opspekken |
spekte op |
opgespekt |
zwak -t | volledig |
- door veel te eten lichaamsgewicht winnen
- ▸ Er was nog maar 67 kilo van me over en ik moest thuis een hoop gaan eten om mezelf op te spekken.[1]
- Het woord 'opspekken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers