opschaling
- Geluid: opschaling (hulp, bestand)
- op·scha·ling
- Naamwoord van handeling van opschalen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opschaling | opschalingen |
verkleinwoord | opschalinkje | opschalinkjes |
de opschaling v
- het in vooraf gedefinieerde stappen verhogen
- Er vond een opschaling plaats bij de politie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord opschaling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.