• op·per·com·man·do
enkelvoud meervoud
naamwoord oppercommando oppercommando's
verkleinwoord

het oppercommandoo

  1. het hoogste niveau van de bevelvoering van een leger
     De troepen moeten terugtrekken, en ik moet het bevel daartoe geven. Het geven van dit verschrikkelijke bevel leek gelijk te staan met het neerleggen van het oppercommando van het leger.[2]
     In een reactie op de toespraak van de president en zijn eis om het ultimatum in te trekken, zegt het Egyptische oppercommando dat het leger bereid is te sterven bij het verdedigen van de bevolking tegen terroristen, radicalen en gekken. De reactie staat op de facebookpagina van de legertop, die onder leiding staat van generaal Abdel Fattah al-Sisi.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3.   Weblink bron “Morsi: ik zal niet aftreden” (03-07-2013), NOS