oplaaiing
- op·laai·ing
- Naamwoord van handeling van oplaaien met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oplaaiing | oplaaiingen |
verkleinwoord | oplaaiinkje | oplaaiinkjes |
de oplaaiing v
- het heftiger worden van een conflict, een brand of van emoties
- Een legerbron meldde dat bij een oplaaiing van de strijd rond het kamp maandag drie Libanese militairen waren gesneuveld. Een onbekend aantal militairen was gewond geraakt. Het totaal aantal doden aan legerzijde sinds de strijd op 20 mei uitbrak is hiermee opgelopen tot 72. Ook zestig strijders van Fatah Islam en ruim twintig burgers vonden de dood. [2]
- Het woord 'oplaaiing' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oplaaiing" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad 18-06-2007 Twee doden bij explosie in Palestijns kamp in Zuid-Libanon
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be