Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·klop·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opkloppen
klopte op
opgeklopt
zwak -t volledig

Werkwoord

opkloppen

  1. door kloppen in volume doen toenemen
    • Door opkloppen maak je van room slagroom. 
  2. belangrijker maken dan het misschien is
    • In de reclame worden de kwaliteiten van een product vaak tot in het belachelijke opgeklopt. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be