opiniëren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- opi·ni·e·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van opinie
Werkwoord
opiniëren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opiniëren |
opinieerde |
geopinieerd |
zwak -d | volledig |
- het uiten van een mening
- het beïnvloeden van de mening van anderen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord opiniëren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opiniëren" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be