Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·ge·warmd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: opwarmen…
verbogen vorm: opgewarmde

opgewarmd

  1. voltooid deelwoord van opwarmen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be