Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·ge·dirkt
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: opdirken…
verbogen vorm: opgedirkte

opgedirkt

  1. voltooid deelwoord van opdirken

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be