openhouden
- Geluid: openhouden (hulp, bestand)
- open·hou·den
- samenstelling van open en houden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
openhouden |
hield open |
opengehouden |
klasse 7 | volledig |
openhouden
- zorgen dat iets open blijft
- Hij hield de deur open voor de oude vrouw.
- de ogen openhouden
wakker blijven
- de ogen niet meer kunnen openhouden
heel moe zijn
- Al had hij zelf wel een geweldige slaap gekregen. Hij kon zijn ogen bijna niet meer openhouden.[1]
- Het woord openhouden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "openhouden" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 54
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be