• op·een·zet·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opeenzetten
zette opeen
opeengezet
zwak -d volledig

opeenzetten

  1. plantjes na het zaaien op een vaste afstand van elkaar plaatsen door zwakke plantjes weg te kappen
    • Bieten en rapen worden met een hak opeengezet. 
  1.   Weblink bron
    Jan Zwemer & Johan Francke
    “Op één zetten” (12 februari 2015), Wiki ZB