opbranden
- op·bran·den
- samenstelling van op bw en branden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opbranden |
brandde op |
opgebrand |
zwak -d | volledig |
opbranden
- ergatief branden tot er geen brandstof rest
- De kaars was nog niet helemaal opgebrand.
- Het woord opbranden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opbranden" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be