opboenen
- op·boe·nen
- samenstelling van op bw en boenen ww
opboenen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opboenen |
boende op |
opgeboend |
zwak -d | volledig |
- mooier maken; glanzend maken
- In 2007 was het naar de stad halen van de start een weloverwogen beslissing. Op die manier wilde de stad de positie binnen het landschap van musea en de naambekendheid van het Wiemu behouden en versterken, het imago van wielerstad opboenen en potentiële toeschouwers naar de start lokken en hen laten kennismaken met de rest van de stad. [2]
- Vreemd genoeg had de tv-kok even daarvoor nog maar gezegd dat alle drugsbeschuldigingen 'onwaar waren'. 'Deze geruchten zijn verspreid door mijn ex-man in een poging om mijn imago te ruïneren. Hij dreigde mij te vernietigen als ik zijn reputatie niet zou opboenen.' [3]
- Het woord opboenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opboenen" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 23/02/2011 Roeselare vijf jaar langer startplaats van Dwars door Vlaanderen
- ↑ De Standaard 04/12/2013 Nigella Lawson bekent: 'Ik heb cocaïne gebruikt'
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be