opboeien
- op·boei·en
- samenstelling van op bw en boeien ww
opboeien [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opboeien |
boeide op |
opgeboeid |
zwak -d | volledig |
- opbinden van takken van een boom
- zich boos maken
- de boorden van een schip met planken verhogen
- [2] opwinden
- Het woord 'opboeien' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opboeien" herkend door:
39 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be