Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oor·was·sing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oorwassing oorwassingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de oorwassingv

  1. het wassen van een oor
  2. duchtige berisping
  3. het toebrengen van een verpletterende nederlaag

Gangbaarheid