Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·zicht·baar·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onzichtbaarheid onzichtbaarheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de onzichtbaarheidv

  1. het niet zichtbaar zijn
    • De onzichtbaarheid van radioactieve straling is een van de verradelijke eigenschappen van die straling. 

Meer informatie

Gangbaarheid