• on·zent·we·ge

onzentwege [1]

  1. van onze kant; door ons
     De Hoofden der Ministeriële Departementen staan ter vervolging, hetzij van Onzentwege, hetzij van wege de Tweede Kamer, te regt voor den Hoogen Raad.[2]
     Volgende week komt zinkverwerker Nyrstar met resultaten. Maak alvast plaats voor een nieuwe sprong van onzentwege.[3]
55 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Jessy de Cooker
    “De vervolging van een Kamerlid: een doolhof waar niemand de juiste weg vond” (13/11/2017), HP de Tijd
  3.   Weblink bron
    jre
    “Rataplan springt achteruit” (10/03/2008), De Standaard
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be