onwaard
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·waard
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | onwaard |
verbogen | |
partitief | onwaards |
Bijvoeglijk naamwoord
onwaard [1]
- de gegeven aandacht niet waard zijn
- verachtelijk
Antoniemen
- [2] geacht, gewaardeerd
Gangbaarheid
- Het woord 'onwaard' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onwaard" herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be