• on·ver·draag·baar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onverdraagbaar onverdraagbaarder onverdraagbaarst
verbogen onverdraagbare onverdraagbaardere onverdraagbaarste
partitief onverdraagbaars onverdraagbaarders -


onverdraagbaar

  1. de eigenschap van iets wat niet te verdragen of te verduren is
    • Een pijn die je niet kunt uithouden is onverdraagbaar lijden