ontzetter

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ontzetter    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ont·zet·ter

Bijvoeglijk naamwoord

ontzetter

1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van ontzet

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van ontzetten met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ontzetter	ontzetters
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de ontzetter m

1. iemand die ontzet, een bevrijder

Gangbaarheid

• Het woord ontzetter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.