[2] ontzanden als opruim werkzaakheid
  • ont·zan·den

ontzanden [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontzanden
ontzandde
ontzand
zwak -d volledig
  1. winnen van zand
    • Dat een meerderheid van de Staten het ontzandingsplan vorig jaar van tafel veegde, vormt voor Van Heck een bevestiging van het gelijk van haar partij. „Het omslagpunt lag bij het starten van de Nimby-procedure. Dat is een maatregel waarmee de provincie alle protest van gemeenten kan negeren. Na veel vijven en zessen vond een nipte meerderheid dat te ver gaan. Daarmee was de angel al uit de discussie over het wel of niet ontzanden.” [2] 
    • De uitspraak van de mededingingsautoriteit betekent dat Nederzand de raamovereenkomst moet opzeggen en geen nieuwe, soortgelijke afspraken mag maken. De bedrijven moeten stoppen met samenwerken bij het ontzanden van de Heeswijkse Kampen (85 ha) in Cuijk. [3] 
  2. schoonmaken door het verwijderen van overtollig zand
81 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[4]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Reformatorisch Dagblad Albert-Jan Regterschot 21-02-2003 Happy end na strijd om zandput Maasbommel
  3. NRC Joep Dohmen 17 augustus 1999 Kartelbureau verbiedt kongsi van baggeraars
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be