ontwijkstress
- Geluid: ontwijkstress (hulp, bestand)
- IPA: / ɔntˈwɛikstrɛs / (3 lettergrepen)
- ont·wijk·stress
- samenstelling van ontwijk ww en stress zn , voor het eerst aangetroffen in 2020 naar aanleiding van de maatregelen om de besmetting met COVID-19 tegen te gaan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontwijkstress | - |
verkleinwoord | - | - |
de ontwijkstress m
- gespannen gevoel doordat je voortdurend afstand tot andere mensen moet bewaren
- ▸ Er waren al café-eigenaren die hun zaak aan het verbouwen waren, zodat bezoekers min of meer gedwongen waren afstand tot elkaar te houden. Gezellig was dat. Het woord ‘ontwijkstress’ was al gangbaar.[1]
- Het woord 'ontwijkstress' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Quarantaine” (2020), Bezige Bij b.v., Uitgeverij De, Amsterdam, ISBN 9789400406780