ontweien
- ont·wei·en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontweien |
ontweide |
ontweid |
zwak -d | volledig |
ontweien
- overgankelijk vis, gevogelte of wild van de ingewanden ontdoen
1. vis, gevogelte of wild van de ingewanden ontdoen
- Het woord ontweien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontweien" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be