• ont·wa·king
enkelvoud meervoud
naamwoord ontwaking ontwakingen
verkleinwoord

de ontwakingv

  1. het wakker worden; het tot bewustzijn komen; het ontwaken
    • Iran prees de overwinning van Morsi op zijn rivaal en oud-premier Ahmed Shafiq bij de eerste vrije verkiezingen in het land als een 'geweldige overwinning van de democratie' die het begin markeert van een 'Islamtische ontwaking'. Dat laatste verwijst naar een uitdrukking die veel gebezigd wordt door Iraanse politici om de Arabische Lente te omschrijven. [2] 
    • ,,Want dat is het moment waarop Leo van zomaar een man in een film met de naam Gilbert Grape veranderde in een supernova, in de man die Buzzfeed ooit omschreef als 'de seksuele ontwaking van een hele generatie'. [3] 
94 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[4]