• on·ge·pla·veid
stellend
onverbogen ongeplaveid
verbogen ongeplaveide
partitief ongeplaveids

ongeplaveid [1]

  1. van een weg dat deze niet verhard is met stenen, keien of asfalt
     De beruchte beklimming is zeven kilometer lang met een gemiddelde stijging van 8,7 procent. De laatste kilometer is het steilst en bovendien ongeplaveid.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Etappe 7: Roglic en Pogacar terug op beruchte La Planche des Belles Filles” (8 juli 2022, 05:49), NOS