Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ge·build
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen ongebuild
verbogen ongebuilde
partitief ongebuilds

Bijvoeglijk naamwoord

ongebuild [1]

  1. zonder builen
  2. van meel dat de zemelen niet zijn verwijderd
Synoniemen

Gangbaarheid

37 % van de Nederlanders;
45 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen