• on·diep·te
enkelvoud meervoud
naamwoord ondiepte ondiepten
ondieptes
verkleinwoord - -

de ondieptev

  1. (scheepvaart) een plek waar het water te weinig diepte heeft voor een veilige doorvaart
    • Het schip was op die verraderlijke ondiepte vastgelopen en stukgebroken. 
91 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be