Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·zoeks·ge·bied
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderzoeksgebied onderzoeksgebieden
verkleinwoord onderzoeksgebiedje onderzoeksgebiedjes

Zelfstandig naamwoord

het onderzoeksgebiedo

  1. onderwerp dat men onderzoekt
     De Nederlandse onderzoeker Bert Wouters, werkzaam aan de universiteiten in Delft en Utrecht, heeft meegeschreven aan het rapport. "Mijn onderzoeksgebied is vooral het landijs, op Groenland en in Alaska en Canada. Maar toen ik al die cijfers bij elkaar zag, was het voor mij toch ook nog een grote schok. Dat de veranderingen zo snel gaan."[1]
  2. stuk land of water waar men onderzoek doet
     Bij een oesterrif op ongeveer honderd meter uit de kust bij de Brouwersdam mag niet meer worden gevist. Dat is omdat de overheid het heeft uitgeroepen tot onderzoeksgebied.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Heleen Ekker
    “Ongekende veranderingen rond Noordpool met verstrekkende gevolgen” (Maandag 8 april 2019), NOS
  2.   Weblink bron “Verbod op vissen bij oesterrif voor de kust van de Brouwersdam” (Donderdag 3 juni 2021), NOS