• on·der·zee
  1. geheel onder de zeespiegel
    • Toen eenmaal de vulkaanactiviteit — meestal onderzee — drastisch afnam, daalde ook het kooldioxidegehalte waardoor de zuurstof en de temperaturen afnamen. [2]
    • En die onderzee dan, die daar dansen? [3]
    • Aan den anderen kant, zichtbaar voor zijn oogen, het meesterschap van den mensch over kracht en stof, over de elementen: onderzee varen, door het luchtruim vliegen; (...) [4]
    • Over dit laatste gedeelte ontaardt de Saädang in een Biesboschachtige delta, welke zich onderzee nog een eind voortzet. [5]
    • (...) en vlucht met zijn dochters weg onderzee... [6]
  • Er is wel een uitspraakverschil met onder zee (waarin elk woord een klemtoon heeft), maar geen duidelijk verschil in betekenis.
  • onderzees (deze vorm bestond eerder dan onderzee en is daar dus geen afleiding van)