• on·der·tun·ne·len

ondertunnelen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ondertunnelen
ondertunnelde
ondertunneld
zwak -d volledig
  1. de beide kanten van een weg of water verbinden met elkaar met behulp van een tunnel
     In 2018 vond ook een dodelijk ongeval plaats op dezelfde plek. Eind oktober presenteerde de gemeente Hilversum een plan om de overgang te ondertunnelen.[1]
  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Mountainbiker naar de rechter na ongeluk op spoorwegovergang Hilversum” (Zaterdag 13 november 2021, 14:55), NOS