• on·der·deks

onderdeks

  1. (scheepvaart) beneden het scheepsdek, de vloer die een schip van boven afsluit
    • De bootsman heeft onderdeks de leiding van het opnieuw stouwen van de lading die, nu een gedeelte is verwijderd, onderweg niet mag gaan schuiven. [1]
87 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[2]