• on·der·be·vel·heb·ber
enkelvoud meervoud
naamwoord onderbevelhebber onderbevelhebbers
verkleinwoord

de onderbevelhebberm [1]

  1. bevelhebber met een lagere rang dan de opperbevelhebber
     ' Toen zijn pezige onderbevelhebber Vuldai vroeg: 'Hoe moeten de tragere ruiters met de voorraden ons inhalen?' antwoordde de drieste generaal: 'Zij zullen Kiev niet verlaten.[2]
     In 1972, ten tijde van Bloody Sunday, was McGuinness op 21-jarige leeftijd onderbevelhebber van de IRA in zijn geboortestad Londonderry. Op Bloody Sunday, 30 januari 1972, kwamen in die plaats 14 ongewapende demonstranten voor burgerrechten om het leven door militair geweld.[3]



  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Polen : roman over de strijd van het Poolse volk door de eeuwen heen” (1984), Van Holkema & Warendorf  , ISBN 9026978073
  3.   Weblink bron “Oud-IRA-commandant en Sinn Féin-leider McGuinness overleden” (Dinsdag 21 maart 2017, 07:50), NOS