onderbeet
- on·der·beet
- samenstelling van onder bw en beet zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderbeet | onderbeten |
verkleinwoord |
de onderbeet m
- (anatomie) stand van de kaken t.o.v. elkaar waarbij de onderkaak verder naar voren staat dan de boven kaak
- ▸ Een lange tong steekt uit haar bek, ze heeft een stevige onderbeet en kijkt ook nog eens onvriendelijk. Geen aantrekkelijke beschrijving om een hond uit het asiel aan te prijzen, maar wel om te worden uitgeroepen tot lelijkste hond ter wereld. Die twijfelachtige eer gaat dit jaar naar bulldog Zsa Zsa uit de Verenigde Staten.[1]
- ▸ De guitige uitdrukking is niet helemaal uit de lucht gegrepen, verzekeren de broers. "Het is deels fantasie, maar we hebben ook veel naar oude antropologische films gekeken, over inuits en papua's, om dichter bij de oermens te komen. Dan zie je bijvoorbeeld een bepaalde stand van de mond, omdat ze constant hun mond gebruiken om leer te bewerken. Zo'n onderbeet hebben we bij Krijn ook gedaan."[2]
- Het woord onderbeet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Maak kennis met Zsa Zsa, de lelijkste hond ter wereld” (Zondag 24 juni 2018), NOS
- ↑ Weblink bron “Neanderthaler Krijn, oudste oer-Nederlander, krijgt een gezicht” (Maandag 6 september 2021), NOS